Bij een CPS 1-20 moet bij de pembrolizumab altijd chemotherapie gegeven worden; bij een lokaal recidief en een CPS van >20 overweeg dan toch om chemotherapie toe te voegen aan de pembrolizumab, tenzij er een goede reden is om het niet te doen.
Pembrolizumab monotherapie:
Pembrolizumab 200mg elke 3 weken (Keynote 048):
- CPS >20,
- Geen snelle progressieve ziekte,
- Lage symptoomlast,
- Geen risico voor grote complicaties van ziekte.
Pembrolizumab/cisplatin/5-FU
- CPS 1-20,
- Snel progressieve ziekte,
- Hoge symptoomlast,
- Snelle respons nodig,
- Alleen locoregionale ziekte.
Cisplatin/5-fluorouracil/pembrolizumab (Keynote 048), 3-wekelijks:
- Cisplatin 100 mg/m2 dag 1,
- (Alternatief carboplatin AUC 5),
- 5-Fluorouracil 1000 mg/m2 dag 1-4 continue,
- Pembrolizumab 200mg dag 1.
6 kuren en bij goede respons pembrolizumab onderhoud.
Bij patiƫnten > 70 jaar, bij normale DPD, 5-FU op 75% doseren en carboplatin geven.
Cisplatin/5-FU/cetuximab
Cisplatin/5-fluorouracil/cetuximab, 3-wekelijks (EXTREME schema; Vermorken, Mesia et al. 2008):
- Cisplatin 100 mg/m2 dag 1,
- (Alternatief carboplatin AUC 5),
- 5-Fluorouracil 1000 mg/m2 dag 1-4 continue,
- Cetuximab 400 mg/m2 (oplaaddosis, week voor start chemotherapie) 250 mg/m2 (onderhoud) dag 1, 8, 15.
6 kuren en bij goede respons cetuximab onderhoud (eventueel tweewekelijks 500 mg/m2).
Alternatief is carboplatin AUC 5 met cetuximab zoals boven beschreven, dan wel carboplatin monotherapie.